Talrijke keramisten uit binnen- en buitenland hebben zich laten inspireren door de beeldende kwaliteiten van klei. De verzameling keramiek kenmerkt zich door vaas- en potvormen. Met een overzicht vanaf het begin van de vorige eeuw tot nu laat de tentoonstelling overtuigend zien dat keramiek niet onder één noemer te vangen is.
Indrukwekkend overzicht
Ruim zeventig werken van 32 Nederlandse keramisten van verschillende generaties geven een indrukwekkend overzicht van de ontwikkeling van de Nederlandse keramiek. Aan het begin van de twintigste eeuw speelt het spel met glazuren een grote rol voor keramisten als Chris Lanooij (1881-1948) en Hein Andrée (1882-1961). Medio jaren vijftig experimenteren pottenbakkers als Johan van Loon (1934) en Jan van der Vaart (1931-2000) met vrijere vormen.
Van Loon's werk is zeer veelzijdig en zorgt nog steeds voor verrassingen; met keramische sculptuur en in oplage vervaardigde vazen creëert hij een eigenzinnig oeuvre. Van der Vaart geldt als een grote vernieuwer binnen de keramische kunst ondanks het feit dat zijn werk altijd functioneel en dienstbaar is gebleven: zijn vazen kenmerken zich door een grote mate van sculpturaliteit.
De generatie van Barbara Nanning (1957) en tijdgenoten zoals Geert Lap en Olaf Stevens laat zien dat keramiek zich ontwikkelt tot volwaardige autonome uiting. Ook de jongste generatie is vertegenwoordigd met werk van Esther Stasse en Wietske van Leeuwen.
Internationaal unieke collectie
Het zwaartepunt van de collectie Engelse keramiek uit Museum Boijmans Van Beuningen ligt bij het baanbrekende werk van Hans Coper (1920-1981) en Lucie Rie (1902-1995). Samen met Bernard Leach (1887-1979) zijn deze keramisten uitermate belangrijk geweest voor de ontwikkeling van de Nederlandse pottenbakkers. Ook het expressieve werk van Peter Voulkos (1924), die klei als vrije vorm van expressie hanteerde, heeft zijn sporen achtergelaten op latere generaties zoals op het werk van Irene Vonck (1952). In het internationale paviljoen, dat tachtig werken van 45 buitenlandse keramisten presenteert, is ook ruim aandacht voor keramiek uit Duitsland, Denemarken en Japan.
Dit grote, bijzondere overzicht toont twintigste-eeuwse (inter)nationale keramiek van onder andere:
Nederland: Johannes Henricus Andrée, Lies Cosijn, Huub Gommans, Babs Haenen, Wessel Holleman, Dirk Hubers, Hans de Jong, Harm Henrick Kamerlingh Onnes, Atelier 't Kruikje, Sonja Landweer, Chris Lanooy, Geert Lap, Wietske van Leeuwen, Johan van Loon, Joseph Mendes da Costa, Barbara Nanning, Bert Nienhuis, Helly Oestreicher, Jan Oosterman (Jr.), Veronika Pöschl, Kees van Renssen, Etie van Rees, Johnny Rolf, Jan de Rooden, Olaf Stevens, Jan van der Vaart, Irene Vonck, Leen Quist, Esther Stasse, Christian Wisse; Engeland: Gordon Baldwin, Richard Batterham, Alison Britton, Martin Brothers, Michael Cardew, Hans Coper, Ruth Duckworth, Ken Eastman, Bernard Leach, Carol McNicoll, Jacqui Poncelet, Lucie Rie, Martin Smith, Jason Wason; Duitsland: Gwyn Hanssen Pigott, Harold Jegodszienski, Beate Kuhn, Rolf Overberg, Karl Scheid, Ursula Scheid-Duntze, Walter Popp, Gerald Weigel, Gottlind Weigel; Denemarken: Gutte Eriksen, Sten Lykke Madsen, Richard Manz, Bodil Manz, Jane Reumert, Alev Siesbye-Ebüzziya, Gertrud Vasegaard, Myre Vasegaard; U.S.A.: Ewen Henderson, Richard DeVore, Colin Pearson, Peter Voulkos, Betty Woodman;België: Carmen Dionyse; Frankrijk: Alain Girel; Japan: Kayoko Hoshino, Yasuhisa Kohyama, Tatsuzo Shimaoka; Finland: Erna Aaltonen; Canada: Steven Heinemann.

