Het verzamelen van kunst, hoe een kunstcollectie tot leven komt en hoe kunst een huis een thuis kan maken, vormen de rode draad van de tentoonstelling. Johan Poort (1959) studeerde bouwkunde en groeide – als zoon van Mesdagkenner Johan Poort – op met kunst. Manon Visser (1973) is kunsthistoricus en goudsmid. Het publiek krijgt een bijzondere inkijk in hun nog jonge collectie die initieel niet bedoeld is voor een museale presentatie. Door bijzondere combinaties van werken ontstaan nieuwe associaties en verhalen. ‘Home is where the Art is’ neemt de bezoeker mee in de gedachten van de verzamelaars en laat zien wat een kunstverzameling kan betekenen op persoonlijk niveau. Hoe ontwikkel je een eigen smaak? Hoe kan kunst een nieuwe, persoonlijke laag van betekenis krijgen?
Liefde op het eerste gezicht
Ook werken in oplage en productverpakkingen maken onderdeel uit van de collectie en laten zien dat de waarde van de kunst niet leidend hoeft te zijn voor het verzamelen. Voor de verzamelaars gaat het om de persoonlijke relatie met het werk. Dit maakt het de moeite waard om het te bewaren en uit te stallen. Liefde op het eerste gezicht is wat de collectie Poort-Visser heeft gevormd tot wat deze nu is.