In zeven thema's zoals het buitengewone, het groteske en het imaginaire, gaat de tentoonstelling in op de surrealistische beeldtaal die kunstenaars en ontwerpers beïnvloedt.
Het unheimliche
In 1919 definieert psychoanalyticus Sigmund Freud het unheimliche in zijn gelijknamige essay als een angst die ontstaat wanneer het vertrouwde plots vreemd wordt. Zijn analytische model van de menselijke geest, met een bewuste en onbewuste laag, wordt de basis van het surrealisme. Hoewel het voornamelijk bekend staat als een stroming in de beeldende kunst, dringt het surrealisme ook door in de wereld van de grafische vormgeving. De tentoonstelling laat de diepgaande impact zien van surrealistische ideeën en beelden op de visuele communicatie sinds 1930.

Een veelzijdig overzicht van affiches, platenhoezen en vintage boekomslagen tot hedendaagse ‘graphic novels' legt een alternatieve traditie in de grafische vormgeving bloot. De krachtige en boeiende beeldtaal is grillig en niet volgens een vaststaand grid tot stand gekomen. Fundamenteel voor de surrealistische levenshouding is een constante zoektocht naar het wonderlijke en de opmerkzaamheid voor de ongewone aspecten van de werkelijkheid. Aan de hand van thema's zoals het wonderkabinet en duistere objecten van verlangen, neemt de tentoonstelling bezoekers mee langs publicaties van kunstenaars zoals Salvador Dalí, Max Ernst, Edward Fella en Karel Teissig. Het thema droom cinema presenteert als afsluiting een reeks bijzondere korte films gemaakt door ontwerpers.
In samenwerking met
De tentoonstelling is tot stand gekomen in samenwerking met Moravská galerie, Brno en Barbican Centre, Londen. Bij Moravská galerie, Brno verschijnt een rijk geïllustreerde publicatie.

