De tentoonstelling bestaat uit zeven thema’s en laat zien dat bepaalde overtuigingen en angsten van alle tijden zijn. Het thema ‘De dood komt voor iedereen’ gaat over het onvermijdelijke einde van de mens en de prominente rol die dit fenomeen speelt in de kunstgeschiedenis. Zogenaamde Dodendansen, weergaves van skeletfiguren die mensen meenemen in een dans van de dood, komen meesterlijk tot leven in de houtsnedes van Hans Holbein II (1497-1543). Kenmerkend voor de verbeelding van dit onderwerp is dat de dood geen onderscheid maakt tussen wie hij komt halen: arm, rijk, vroom of zondaar.
Het einde der tijden
Bijbelse beeltenissen over het Laatste Oordeel, de Apocalyps en de hel doen zich voor in het thema ‘Het einde der tijden’. Deze werken speelden een cruciale rol bij het verspreiden en versterken van het christelijke geloof, zeker in een tijd waarin veel mensen nog niet konden lezen. Met ‘Duivels en gedrochten’ ziet de bezoeker Satan in allerlei gedaanten op prenten van onder andere Albrecht Dürer (1471-1528) en David Humbert de Superville (1770-1849). Dierlijk met hoorntjes of verleidelijk en mysterieus: ze vormen stuk voor stuk de belichaming van het kwaad.
Surrealistisch en bovennatuurlijk
In het thema ‘Nachtmerries en visioenen’ komen droomachtige en surrealistische weergaven van het onderbewuste aan bod, van een gevecht tussen een drinkkan op poten en een hoofdeloos mannetje op een vat in het water, tot verschrikkelijke plagen en monsterlijke verschijningen. Dat kunstenaars zich lieten inspireren door de collectieve angst en fascinatie voor het bovennatuurlijke, ontdekt de bezoeker in ‘Magische wezens en hekserij’. Bezems, gruwelijke brouwsels en andere mystieke rituelen komen terug in de prenten van onder meer Pieter Bruegel de Oude (ca. 1525-1569) en Hans Baldung Grien (ca. 1484-1545).
Humoristische elementen
Ondanks de duistere ondertonen bevatten veel van de werken ook humoristische elementen, wat zorgt voor een interessante paradox. ‘Het dagelijks leven op zijn vreemdst’ geeft kwakzalvers, satirische prenten en – soms komische – legendes een podium. Tot slot lijken de werken binnen het thema ‘Allegorische gekte’ op het eerste gezicht vooral bizarre taferelen, maar wie langer kijkt kan hier belangrijke lessen uit trekken. Zo kan een prent waar schapen bij een wolf op de biecht komen, gezien worden als een aanklacht tegen de kerkelijke macht en staan vechtende geldzakken en kisten symbool voor de hypocrisie van oorlog. In het samenspel van schaduw, licht, humor en ernst ervaart de bezoeker de nuances van het menselijk bestaan.
Universitaire Bibliotheken Leiden
De tentoonstelling komt tot stand in nauwe samenwerking met de Universitaire Bibliotheken Leiden (UBL). De UBL beheert bijzondere collecties van nationaal en internationaal belang, waaronder manuscripten, tekeningen, boeken, archieven, foto's, prenten, kaarten en brieven van over de hele wereld. De collecties worden actief aangevuld en beschikbaar gemaakt voor onderwijs, onderzoek en het belangstellende publiek.