Breitners rol inde Nederlandse kunst is te vergelijken met die van Courbet of Manet in Frankrijk. Het shockerende realisme waarmee zij rond 1860 het publiek confronteerden, werd hier door Breitner geïntroduceerd. De groep rond hem werden de Amsterdamse Impressionisten genoemd en hun voorliefde voor het stadsleven vol dynamiek en beweging was kenmerkend.
Op zijn zwerftochten door de stad portretteerde hij de werklui en de trekpaarden in de bouwputten, het straatbeeld met paardentrams en koetsjes en dienstmeisjes in witte schorten. Breitner schilderde dit straatleven in felle, maar sombere kleuren en met een brutale verfstreek. Het in Rotterdam getoonde overzicht beslaat de periode tussen 1879 en 1915.
Publicatie
G.H. Breitner, 1857-1923, schilderijen, tekeningen en foto's, Uitgeverij Thoth Bussum ISBN 90-6868-100-1