Deze in Rotterdam geboren en getogen kunstenaar bracht een groot deel van zijn leven door in Zuid-Limburg. Nu is zijn werk weer terug in Rotterdam, de stad waar De Haas zijn leven lang vol heimwee aan bleef denken. Leidraad in de tentoonstelling is een aantal zelfportretten dat gezamenlijk een prachtige doorsnede geeft van de ontwikkelingen in zijn omvangrijke oeuvre. Maatschappelijke thema's zoals religie, lijden, macht, verleiding en erotiek kenmerken zijn werk.
De tentoonstelling omvat naast honderdtien schilderijen ook grafiek, tekeningen en verschillende stukken huisraad die door De Haas beschilderd zijn.
Van religie naar erotiek
Bij Aad de Haas zijn kunst en leven nauw met elkaar verweven. Veelvuldig portretteert hij zijn vrouw en kinderen, maar ook interieurs en dieren in en om het huis zijn een dankbaar onderwerp. De Haas is vooral bekend van zijn religieus getinte werk. Zijn diep gevoelde geloofsbeleving verwerkt hij in voorstellingen van gebeurtenissen uit het leven van specifieke heiligen onder wie St. Franciscus, Lidwina van Schiedam en de Heilige Antonius. Landelijk komt De Haas in 1947 groot in het nieuws door de maatschappelijke discussie en hevige polemiek rondom zijn kruiswegstaties voor de Sint Cunibertuskerk in Wahlwiller. De afkeuring ervan door het Bisdom Roermond en de negatieve publiciteit vormen een grote tegenslag in zijn leven en zorgen voor een stijlbreuk. De Haas begint te experimenteren met thema's toegespitst op angst, verraad en verleiding.
De tentoonstelling besteedt ruim aandacht aan zijn vroeg impressionistisch georiënteerde werk in ‘doezelende' stijl, zijn fel expressionistische periode in de jaren vijftig als reactie op de Wahlwiller-affaire, en zijn late werken waarin de twee stijlen samenkomen. In de jaren zestig voert erotiek in zijn werk de boventoon. Een bijzondere selectie van schilderijen en tekeningen die na zijn overlijden in 1972 in het atelier zijn gevonden, sluit de tentoonstelling af. Daarnaast maken vijf nooit eerder getoonde werken deel uit van de tentoonstelling naar aanleiding van de vele reacties op de oproep van de Kunsthal voor werk van De Haas uit particuliere collecties.
Aad de Haas
Aad de Haas (Rotterdam, 1920-1972 ) studeert in 1942 af aan de Rotterdamse Academie voor Beeldende Kunsten. Door zijn streng katholieke opvoeding raakt hij tijdens zijn opleiding geïnspireerd door Bijbelse verhalen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt zijn werk als ‘entartet' verklaard en belandt De Haas korte tijd in de gevangenis aan het Haagse Veer in Rotterdam. Na zijn vrijlating duikt hij in 1944 onder in Zuid-Limburg, waar hij de rest van zijn leven blijft wonen en werken als bewogen en maatschappelijk betrokken kunstenaar. In relatieve afzondering van de kunstwereld werkt De Haas verder aan een zeer persoonlijk en bijzonder oeuvre.