De tentoonstelling ‘Objectivity. The Art of Useful Things’ in de Kunsthal Rotterdam presenteert het resultaat van de verzamelwoede van de Britse designdocent en architect David Usborne (1939, Londen). Hij is gefascineerd door de vorm en esthetiek van inmiddels functieloze objecten. De industrie ontwerpt en ontwikkelt continue nieuwe producten, waardoor andere hun functie verliezen. Als collectioneur loopt Usborne over vele rommelmarktjes, scant met zijn jagersoog duizenden voorwerpen op zoek naar interessante combinaties van vorm, materiaal, elegantie en hun raadselachtige nutteloosheid. De circa 140 geselecteerde objecten in de tentoonstelling vormen een waar hedendaags rariteitenkabinet. Sommige producten tonen gelijkenissen met dierlijke of menselijke uiterlijkheden, andere voorwerpen lijken kunstzinnige objecten. Het merendeel symboliseert een nuttige functie uit vroegere tijden, waarbij je je afvraagt wat het geweest kan zijn?
Rariteitenkabinet
Op de twintig meter lange wand vol rariteiten zijn telkens nieuwe dingen te zien. Met een hand-out, met mogelijke antwoorden onder de arm, kan de bezoeker beginnen met raden en ontdekken. Zo is er een 24 centimeter grote, aluminium cilinderknop van een motorfiets, waarin een grijze zee-egel te herkennen is. Daarnaast maken een draadvormige fruitschaal, een beitel die lijkt op een abstract beeldje en een lange ‘wandelende’ harmonicaschaar, deel uit van de tentoongestelde verzameling.
David Usborne
In zijn jeugd start David Usborne met de dan nog naamloze collectie Objectivity. Als kind verzamelt hij van alles en deze verzamelwoede steekt in verschillende stadia van zijn leven telkens weer op. Na zijn studie Bouwkunde aan de Architectural Association School, Londen, wordt David Usborne vanaf 1969 parttime docent Design aan de Central School of Art en de Kingston University. Daarnaast blijft hij doorgaan met verzamelen. In 2015 schenkt hij, op 78-jarige leeftijd, zijn verzameling aan de University of the Arts Londen.
KOOP JE TOESLAG ONLINE
Bekijk ook
Pers
